Olst-Wijhe positief resultaat 2015, 2017-2020 biedt minder ruimte
De gemeente Olst-Wijhe heeft dinsdag jl. de resultaten over het afgelopen jaar gepresenteerd,
samen met de doorkijk naar de toekomst. 2015 is afgesloten met een voordelig resultaat van
ongeveer € 1,5 miljoen. Na gedeeltelijke bestemming van dit resultaat blijft circa € 250.000 over. De financiële ruimte is echter beperkt. Dit blijkt uit de Kadernota 2017-2020, de opmaat naar de
Begroting 2017 die door de raad in november wordt vastgesteld. Tegelijkertijd blijkt ook dat er in de
eerste helft van 2016 enkele tegenvallers zijn.
Autonome ontwikkelingen beïnvloeden financiële positie
De gemeente heeft de afgelopen jaren vier heroverwegingsoperaties uitgevoerd om het huishoudboekje op orde te krijgen. Ten tijde van het vaststellen van de begroting in november 2015 was dat ook gelukt: het beeld voor 2016-2019 was gezond! Helaas blijkt nu dat de gemeentefinanciën nadelig worden beïnvloed door ontwikkelingen die grotendeels buiten de invloedsfeer van de gemeente zelf liggen.
Jaarrekening 2015
Het resultaat over 2015 is positief. Er is ongeveer € 1,5 miljoen overgehouden. Een groot deel van dit geld wordt overgeheveld naar de begroting 2016, omdat de uitvoering van projecten waarvoor de budgetten bestemd zijn verschoven is of doorloopt in dit jaar. Het overschot op de budgetten voor het sociaal domein wordt voor datzelfde doel gereserveerd. Een ander deel van het overschot moet worden toegevoegd aan de reserve grondexploitaties in verband met de mogelijke risico’s die gelopen worden bij de uitgifte van bedrijventerreinen en woningbouwlocaties. Per saldo blijft er een bedrag van circa € 250.000 over.
Eerste bestuursrapportage 2016
De eerste bestuursrapportage 2016 laat een tekort zien van ongeveer € 385.000. Sinds de vaststelling van de (meerjaren)begroting 2016-2019 november vorig jaar, is er een aantal ontwikkelingen op de gemeente afgekomen die voor forse tegenvallers zorgen, zonder dat daar veel invloed op uitgeoefend kon worden. Belangrijke oorzaken zijn bijvoorbeeld gewijzigde rijksregels voor wat betreft rentetoerekening aan grondexploitaties en de invoering van een individueel keuzebudget voor medewerkers (voortvloeiend uit
de cao-afspraken). En er waren extra investeringen in de ICT-functie. Deze ware nodig om de werkzaamheden van afgelopen tijd goed af te ronden en voor noodzakelijke vernieuwingen. Een deel van deze lasten werkt structureel door.
Kadernota 2017-2020
De Kadernota 2017-2020 geeft inzicht in het beleid van de gemeente voor deze jaren gecombineerd met de financiële mogelijkheden. Zoals gezegd was - na vier jaar bezuinigen - het perspectief in de meerjarenbegroting 2016-2019 gezond. Een groot deel van de beleidsvoornemens uit het Coalitieakkoord 2014-2018 zijn dan ook uitgevoerd of in gang gezet. De financiële reikwijdte wordt, naast de genoemde maatregelen van het rijk, ook beïnvloed door tegenvallende uitkeringen uit het zogenaamde gemeentefonds.
Ondanks deze ontwikkelingen geeft de Kadernota aan dat er voldoende ruimte is voor de uitvoering van de taken in het sociale domein. Het college stelt voor extra geld beschikbaar te stellen om het vastgestelde minimum onderhoudsniveau van de openbare ruimte vast te houden. Voor noodzakelijk én gewenst nieuw beleid is op dit moment onvoldoende financiële ruimte. Dit betekent niet dat de ambities hiervoor van tafel gaan. De gemeenteraad heeft over de betreffende onderwerpen ook al positief geoordeeld, omdat ze allemaal te maken hebben met belangrijke maatschappelijke opgaven.
Echter, de financiële middelen ontbreken op dit moment. Dit betekent dat straks bij de behandeling van de Begroting 2017 keuzes gemaakt moeten worden.
De te maken keuzes hebben betrekking op de volgende onderwerpen:
- Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (aanleg grasbetonstenen en het onderhoudsniveau op een hoger niveau dan het minimum te brengen
- Overheidsparticipatie
- Onderwijshuisvesting
- Toezichthouders openbare ruimte (BOA’s)
Bij de Begroting 2017-2010 wordt het definitieve besluit genomen over de verdeling en toekenning van de financiële middelen aan nieuwe beleidswensen in 2017.