Statushouder leert op boerenbedrijf
De gemeente Olst-Wijhe zet zich sinds dit najaar extra in voor een snelle integratie van statushouders (vluchtelingen met een verblijfstatus). De begeleider van één van die statushouders heeft Abdela opgezocht bij het boerenbedrijf van Tom en Ellis Lugtenberg en schetst een mooi sfeerbeeld.
Door Elleke Steenbergen
Een eenstemmig geloei klinkt op wanneer Abdela de schuifdeuren naar de stal opent. Gekleed in blauw overall en laarzen stapt de uit Eritrea afkomstige boer de stal in. Enthousiast loopt hij naar een bak met brokken. Vult een gele emmer en haast zich naar de kalveren die al klaar staan. Eerst schuift Abdela het persvoer aan de kant, om vervolgens de brokken eroverheen te strooien. Gretig lebberen de kalveren met hun lange tongen de brokken naar binnen.
“Ik vind het hier leuk”, vertelt Abdela. Sinds een week of zes werkt hij op de boerderij van Tom en Ellis Lugtenberg. In Eritrea was Abdela boer. Vijftig koeien had hij. Iedere dag molk hij die één keer, met de hand. Eén keer melken is voldoende voor koeien in Eritrea. “Het is bijzonder om Abdela hier op het bedrijf te hebben”, vertelt Tom. “We leren van elkaar. Abdela heeft mij verteld dat in Eritrea koeien een jaar of vijftien worden en dan een keer of vier een kalf hebben gehad. Bij ons op het bedrijf wordt een koe een jaar of zes, maar die hebben dan ook een keer of vier gekalfd. Dat levert de meeste melk op. Ik weet nu dat dit in Eritrea niet kan. Er is daar vaak droogte. Koeien worden dan niet drachtig. Dat is voor de situatie daar het beste.”
Sinds april 2016 woont Abdela met negen andere statushouders in de Bron in Olst. Hij is in afwachting van een definitieve woning. Daarnaast heeft hij gezinshereniging aangevraagd voor zijn vrouw en zoontje. Het wachten op een woning en op het besluit van de IND of zijn gezin mag overkomen geeft veel stress. Op de boerderij van Tom en Ellis kan hij die stress loslaten. Twee dagen in de week helpt hij daar. “Abdela is leergierig en pikt de zaken snel op”, vertelt Tom. Hij voert inmiddels zelfstandig de kalfjes en pinken en maakt de hokken schoon. De eerste keer toen hij alle 150 hokken schoonmaakte had hij de blaren op zijn handen staan. Maar hij klaagde er niet over.” Het mooiste vindt Abdela het om de koeien te melken. Daar staat hij graag vroeg voor op. “Tegen half zeven komt Abdela aangefietst. Wij zijn dan zelf al een eindje op weg met het melken. Hij ontsmet de uiers van de koeien en sluit de melkklauwen aan. Ook houdt hij de koeien goed in de gaten. Hij meldt mij wanneer er een koe tussen staat waar iets speciaals mee is. Bijvoorbeeld wanneer een koe veel of juist weinig melk in de uier heeft zitten. Daaraan merk ik dat hij als boer in Eritrea ook veel contact had met koeien, er verstand van heeft en er vooral passie voor heeft.”
Voor Abdela is niet alleen het werken met koeien waardevol. Hij grijpt met beide handen het verblijf op de boerderij ook aan om de Nederlandse taal te oefenen. “Op een gegeven moment vroeg hij aan mijn vier dochters of ze met hem Nederlands wilden oefenen. Dat vonden ze hartstikke leuk”. Vertelt Tom. “Speciaal voor Abdela hebben mijn dochters toen een kwartet spel over het menselijk lichaam gemaakt. “Ja, dat klopt”, lacht dochter Yvet “Maar voordat we konden kwartetten hebben we eerst losse woordjes over het lichaam geoefend. Oren, ogen, handen, voeten…. “ Die woordjes vond hij best lastig”, zegt Yvet. “Hij noemde mijn handen voeten, dat vond ik grappig.” “Kwartetten moest hij nog wel leren. Hij kende dat spelletje niet. Op een gegeven moment snapte hij hoe het werkte. Toen ging hij zelfs een beetje vals spelen…”, grinnikt Tom. “Het is mooi om te zien dat hij in de periode dat hij hier is zo hard vooruit gaat in de taal. Toen hij hier begon sprak hij een enkel woordje. Nu maakt hij al zinnen.” De koffiepauze is voorbij. De mannen gaan weer aan het werk. Samen: een Hollandse boer en eentje uit Eritrea.